donderdag 12 juli 2007

Anti Prima!

"Tirana has the air of a South American republic on the eve of a coup", zo schreef BBC journalist Robert Carver in zijn boek The Accursed Mountains in 1998 en dat was precies de sfeer die mijn vriend en collega Remco en ik aantroffen toen wij daar in 2002 de eerste avond alleen rondliepen in de hoofdstad van Albanie. Unheimisch. Er was geen toerist te bekennen, wij waren overduidelijk de enige westerlingen en werden dan ook zo´n beetje letterlijk door iedereen aangestaard en nagekeken. Het leek wel of de revolutie niet tien jaar geleden, maar gisteren had plaatsgevonden.

De taferelen op het kleine vliegveld buiten de hoofdstad gaven al een indicatie voor wat ons te wachten stond. Er waren maar een paar vluchten per dag, maar toch was het bij aankomst een drukte van belang. Iedereen in paniek, alles kris kras door elkaar, geen touw aan vast te knopen. Later bleek dat alle vluchten van een dag in 1 of 2 uur werden gepropt, zodat het nog enigszins de allure van een echt internationaal belangrijk knooppunt had. Niets is wat het lijkt in Albanie, zo leerden we al snel.


“En alsof de taxichauffeur dit aanvoelt leidt hij de bezoeker - desnoods met een omweg - naar zijn bestemming via de Boulevard 'Deshmoret e Kombit', een statige boulevard met prachtige gebouwen die een Italiaanse sfeer uitademen. Het was de trots van de vroegere dictator Enver Hoxha die hierlangs zijn buitenlandse gasten hun intrede in Tirana liet maken. Maar de imponerende brede boulevard blijkt bij het linksaf slaan een oase in een overwegend betonnen jungle”.

Het land heeft van begin tot eind een onvergetelijke indruk op ons gemaakt, we hebben in Tirana veel bijzondere mensen ontmoet en indrukwekkende maar ook onwaarschijnlijke verhalen gehoord. Een aantal gefilmde portretten vormden de basis voor onze documentaire Farewell to Dictatorship [EMS Swynk International, 2002] over deze vergeten uithoek van Europa. En we schreven achteraf een verslag over onze avonturen voor het tijdschrift Ablak.

“De straten liggen bijna allemaal open en slechts in enkele gevallen is dat vanwege een opknapbeurt. Het vuilnis wordt openlijk op straat verbrand of in ondefinieerbare gaten in het wegdek geloosd. Naast vervallen panden wordt enthousiast gewerkt aan groteske nieuwbouw, voor zover er genoeg geld is. En bijna even zeldzaam als een Engelssprekende taxichauffeur is de aanwezigheid van stroom in deze bijzondere stad”.

Ook in het hotel waar wij verbleven viel om de haverklap met een knalhard geluid de stroom uit. Dat was vooral jammer wanneer we vol verbazing de soms ronduit hilarische Albanese reclame spotjes op tv bekeken in een surrealistische stijl waarbij Dali een beginneling leek. Er was er eentje met de terugkerende yell ‘Anti Prima, Anti Prima!’ en dat werd ook een beetje ons motto voor deze stad van contrasten.
Inmiddels heeft de stad dankzij burgemeester (en kunstenaar) Edi Rama een ware metamorfose ondergaan en zijn de grijze, betonnen blokken omgetoverd in een kleurenpallet van de meest felle en bonte kleuren. Tirana wordt zelfs aangeprezen als favoriete reisbestemming in de bijlagen van de grote Nederlandse kranten. Tirana is nu hip, retro cool en helemaal ‘the place to be’. Misschien is het dus weer eens tijd om terug te gaan.

[fragmenten uit het artikel ‘De Betonnen Jungle van Tirana’]

Geen opmerkingen: